Vragen omtrent strafrecht
-
Wat is opschorting of probatie-opschorting?
De opschorting is een gunst die door de Rechtbank kan worden verleend.
In het geval van de opschorting heeft de rechter geoordeeld dat het misdrijf bewezen is, maar spreekt hij geen straf uit. De rechter legt hierbij een proeftermijn op. Indien u tijdens deze proeftermijn een nieuw misdrijf begaat, kan er toch nog een effectieve straf worden opgelegd. De gerechtskosten moeten wel onmiddellijk worden betaald.
De rechter kan voorwaarden koppelen aan de opschorting. In dit geval is er sprake van probatie-opschorting. De vaste voorwaarden zijn:
- Geen nieuwe strafbare feiten plegen
- Een vast adres hebben
- Gevolg geven aan de uitnodigingen van de probatiecommissie en de justitie-assistent
Daarnaast kan de rechter een aantal specifieke voorwaarden opleggen, zoals:
- Het volgen van een cursus agressiebeheersing
- Het volgen van een begeleiding voor drank- of druggebruikers
- Een psychologische begeleiding volgen
- ...
Indien de voorwaarden niet worden nageleefd, is een effectieve bestraffing nog mogelijk.
De opschorting of probatie-opschorting is steeds een gunst. De Rechtbank is niet verplicht deze te verlenen. Om de gunst van de probatie te kunnen verkrijgen is een goeie voorbereiding van uw dossier noodzakelijk.
-
Wat is de regeling der rechtspleging?
De regeling der rechtspleging is de procedure die steeds plaatsvindt op het einde van een gerechtelijk onderzoek. De regeling der rechtspleging volgt aldus wanneer de Onderzoeksrechter oordeelt dat het onderzoek is afgerond. Tijdens deze procedure gaat het onderzoeksgerecht (doorgaans de Raadkamer) na of er voldoende bezwaren zijn om de zaak te verwijzen naar de Correctionele Rechtbank. In geval van verwijzing, zal het Parket van de Proceur des Konings de zaak in de loop van de volgende maanden voor de Correctionele Rechtbank brengen door een dagvaarding.
Wanneer er onvoldoende bezwaren zijn, wordt de buitenvervolgingstelling uitgesproken.
Het onderzoeksgerecht kan ook vaststellen (eventueel op verzoek van één van de partijen) dat er nog aanvullend onderzoek nodig is. In dat geval komt de zaak terug bij de Onderzoeksrechter.